Mogelijke complicaties van anesthesie
Door de verbetering van de bewakingsapparatuur, de beschikbaarheid van nieuwe geneesmiddelen en de goede opleiding van de anesthesist en zijn medewerkers is anesthesie tegenwoordig zeer veilig. Ondanks alle nodige voorzorgsmaatregelen zijn nevenwerkingen en verwikkelingen niet altijd te vermijden. Het risico dat je als individu loopt, wordt mee bepaald door de algemene gezondheidstoestand, persoonlijke risicofactoren (bv overgewicht en roken) alsook de aard en de dringendheid van de ingreep. Hieronder vind je een overzicht van de mogelijke nevenwerkingen en verwikkelingen.
Vaak voorkomend (1/100)
Misselijkheid en braken
Zowel misselijkheid als braken kunnen in de meeste gevallen vermeden of behandeld worden. Als je in het verleden reeds misselijk was na een verdoving, is het belangrijk dat te melden op je vragenlijst en op de dag van de ingreep persoonlijk aan de anesthesist die voor je zal zorgen. Zo kan de anesthesist je tijdens de operatie medicatie geven om misselijkheid en braken zoveel mogelijk te voorkomen.
Keelpijn en heesheid
Na de operatie kan je last hebben van keelpijn of heesheid. Dat wordt veroorzaakt door een buisje dat in de luchtweg of maag wordt geplaatst tijdens de operatie. Dat onaangename gevoel verdwijnt spontaan na enkele uren of dagen. Zuigtabletjes kunnen de irritatie wat verlichten.
Duizeligheid
Tijdens en na de ingreep kan je bloeddruk tijdelijk lager zijn door de verdovende medicatie en het verlies van vocht tijdens de operatie. Hierdoor kan je je tijdelijk zwak en duizelig voelen. Dat kan behandeld worden door het toedienen van medicatie en extra vocht via het infuus.
Troebel zicht
Troebel zien na een algemene anesthesie kan ook veroorzaakt worden door de beschermende oogzalf.
Rillen
Dit wordt veroorzaakt door warmteverlies tijdens de operatie, bepaalde geneesmiddelen en stress. Dit kan onder andere behandeld worden met behulp van een deken met warme lucht.
Hoofdpijn
Hoofdpijn na de operatie kan uitgelokt worden door de verdoving, de operatie, het langdurig vasten of stress. Ernstige hoofdpijn kan voorkomen na een epidurale of spinale anesthesie. Meestal verdwijnt die hoofdpijn na een aantal uren tot dagen. Als de klachten zo hevig zijn dat je in bed moet blijven, contacteer dan zeker de anesthesist. Indien nodig kan dit behandeld worden.
Jeuk
Jeuk is een nevenwerking van krachtige pijnstillers maar kan ook voorkomen als gevolg van een allergische reactie. Beide kunnen behandeld worden.
Spier-, gewrichts- en rugpijn
Tijdens de operatie lig je langere tijd stil op een vrij harde operatietafel. Alhoewel ervoor wordt gezorgd om je in een zo goed mogelijke positie te plaatsen, is het mogelijk dat je na de ingreep tijdelijk rug-, gewrichts- of spierpijn hebt. Als je regelmatig last hebt van rug- of nekpijn vermeld je dat best aan de anesthesist, zodat we aangepaste maatregelen kunnen nemen.
Pijn tijdens het inspuiten van geneesmiddelen
Sommige geneesmiddelen kunnen pijn of een brandend gevoel veroorzaken wanneer ze worden ingespoten.
Verwardheid of geheugenverlies
Na een algemene anesthesie voelt je je vaak nog suf of slaperig, zwak of wat duizelig en vermoeid. Lichte concentratiemoeilijkheden, wazig zicht en coördinatiemoeilijkheden kunnen eveneens voorkomen. Het is juist omwille van die redenen dat je de eerste 24 uur na de verdoving niet met de wagen mag rijden, geen machines mag bedienen of geen belangrijke beslissingen mag nemen. Sommige medicamenten kunnen verwardheid uitlokken. Als onrust, opwinding en/of verwardheid optreden, wordt dat met medicatie behandeld. Die neveneffecten hangen sterk samen met de soorten medicatie die de patiënt heeft gebruikt, het type operatie en het type patiënt (leeftijd, alcoholgebruik, druggebruik ...). In de meeste gevallen verdwijnen die neveneffecten zodra de anesthesiemedicatie uitgewerkt is. Na een algemene anesthesie zal je je niets herinneren van de operatie. Een algemene anesthesie die normaal verloopt, leidt echter niet tot geheugenstoornissen op lange termijn. Bejaarde patiënten hebben vaker en meer last van geheugen- en concentratiemoeilijkheden na een algemene anesthesie of grotere operaties. Ook dat herstelt, meestal op wat langere termijn.
Verwardheid en onaangepast gedrag komen soms voor, maar zien we vaker bij bejaarden, patiënten die verdovende middelen gebruiken, lijden aan alcoholisme of bij mensen met een psychiatrische voorgeschiedenis.
Soms voorkomend (1/1000)
Longinfecties
Na een algemene verdoving kan er in zeldzame gevallen een longinfectie optreden. Dat komt meer voor bij rokers.
Moeilijkheden bij het wateren
Na bepaalde ingrepen en vooral na spinale of epidurale anesthesie kunnen mannen soms moeilijker plassen terwijl vrouwen eerder de neiging hebben urine te verliezen. Dat is van voorbijgaande aard maar soms moet hiervoor tijdelijk een blaassonde geplaatst worden.
Beschadiging van tanden, lippen of tong
Tijdens het inbrengen van het beademingsbuisje of door het krachtig dichtknijpen van je mond tijdens het ontwaken, kunnen je gebit, lippen of tong beschadigd worden. Beschadiging van het gebit komt meer voor wanneer je gebit in slechte toestand is, wanneer je niet jaarlijks naar de tandarts gaat, of als je een kleine mondopening of onderkaak hebt.
Wakker worden tijdens de operatie
De kans dat je wakker wordt tijdens de operatie is uitzonderlijk klein. De moderne anesthesietechnieken en monitoring zorgen ervoor dat dat zo goed als onmogelijk is. Als je denkt dat je tijdens een vorige operatie bent wakker geworden, dan moet je de anesthesist hiervan verwittigen.
Zeldzaam voorkomend (1/1.000 - 1/100.000)
Verwonding van de ogen
Tijdens elke algemene verdoving wordt een beschermende oogzalf ingebracht en worden de oogleden dichtgekleefd om de ogen te beschermen. Toch kan er soms toch een oppervlakkige beschadiging van het oog optreden. Die is echter tijdelijk en geneest spontaan. De pijn kan verholpen worden met aangepaste oogzalf.
Ernstige overgevoeligheid aan geneesmiddelen
Allergische reacties op medicatie worden heel snel opgemerkt tijdens de ingreep. Die reacties kunnen gaan van lichte problemen zoals huiduitslag, ademhalingsproblemen of een daling van de bloeddruk. Uiterst zelden kan er een zware reactie optreden met levensbedreigende gevolgen. Daarom is het uiterst belangrijk om al je gekende allergieën te vermelden aan de anesthesist en te verduidelijken welke reacties je ontwikkelde in geval van allergie.
Kracht- en/of gevoelsverlies
Zenuwbeschadiging met verminderde kracht of gevoelsstoornissen treedt zelden op. Dat kan het gevolg zijn van langdurig stilliggen of moeilijke positionering op de operatietafel. Zenuwirritatie kan ook optreden na een locoregionale verdoving door de prik of door de gebruikte medicatie. Meestal verdwijnen de klachten spontaan na een paar weken tot maanden.
Overlijden
Het risico dat je overlijdt ten gevolge van een anesthesie is extreem klein en hangt vooral af van je algemene gezondheidstoestand, de onderliggende ziekte waarvoor je moet geopereerd worden en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
Deel op