Cardioversie

• Na je inschrijving aan het onthaal begeleidt een verpleegkundige of vrijwilliger je naar je kamer. Deze verpleegkundige helpt je bij de voorbereiding op de behandeling.
• Voor de ingreep moet je nuchter zijn. Bekijk onze richtlijnen. 
• We nemen een bloedstaal af om de bloedelementen te controleren.
  • Bij een geplande cardioversie neem je al vier weken bloedverdunners in.
  • Bij dringende cardioversie krijg je via een infuus snelwerkende bloedverdunners toegediend.
  • Deze bloedverdunnende medicatie is nodig om klontertjes in het hart te voorkomen.
• De arts bepaalt of er een echografie via de slokdarm nodig is om te controleren of er zich bloedklontertjes in het hart bevinden.
• De verpleegkundige kleeft vijf elektroden op je borstkas die verbonden worden met een zendertje om je hartritme van op afstand te volgen (telemetrie). Vervolgens neemt de verpleegkundige een elektrocardiogram om de hartwerking te registeren.
• Je krijgt ook een infuus in je arm.
• Je krijgt van de verpleegkundige een operatiekleed vlak voor de behandeling. Daaronder draag je alleen je onderbroek. Zaken zoals een bril, lenzen of een tandprothese kan je achterlaten op de kamer.

De verpleegkundige brengt je in je bed naar de dienst intensieve zorg 3 waar de behandeling plaatsvindt. Tijdens de behandeling blijft je gewoon in bed liggen.

• Op je arm sluiten we een bloeddrukmeter aan die met tussenpozen automatisch oppompt om zo je bloeddruk te meten. Je hartritme wordt continu gevolgd via de aangebrachte elektroden. Waar de stroomstoot wordt toegediend, brengt de verpleegkundige twee grote zelfklevers aan op je borst.
• Vervolgens geeft de anesthesist je via het infuus een kort werkende algemene verdoving.
• Wanneer je volledig verdoofd bent, dient de cardioloog je een elektrische stroomstoot toe om het hartritme opnieuw regelmatig te krijgen. Meestal lukt dit na één stroomstoot, maar soms zijn twee of drie pogingen nodig. Van de stroomstoot zelf merk je niets.
• Ongeveer vijftien minuten later word je weer wakker en is de behandeling afgelopen.
• Na de behandeling verblijf je nog ongeveer één uur op de dienst intensieve zorg 3. Een verpleegkundige volgt je toestand nauwlettend op. Voel je pijn of ander ongemak, aarzel dan niet om dit te melden.

Na de observatie op de dienst intensieve zorg 3 brengen we je terug naar je kamer op verpleegeenheid 5. Daar wordt je hartritme verder gecontroleerd via telemetrie. Indien je dit wenst, mag je ook iets eten of drinken.

In principe mag je het ziekenhuis de dag na de behandeling verlaten.

Je huisarts ontvangt een verslag van de behandeling.

In samenspraak met je cardioloog moet je gedurende een bepaalde periode bloedverdunnende medicijnen blijven innemen.

Een correcte inname van deze medicijnen is belangrijk:

• te veel bloedverdunners innemen, kan bloedingen veroorzaken
• te weinig bloedverdunners innemen, verhoogt de kans op bloedklonters

De huid van de borstkas waar de twee grote zelfklevers zaten, kan wat rood en gevoelig zijn. Deze lichte irritatie kan geen kwaad en is meestal na enkele dagen verdwenen.