Regionale of plaatselijke verdoving van de schouder, arm, elleboog, hand

• Net als voor een algemene verdoving vragen we je niet te eten of te drinken voor de operatie. Duidelijke instructies vind je in het patiëntenboekje voor chirurgie van az groeninge.
• De procedure gebeurt in een daarvoor bedoelde ruimte of in de operatiezaal. Daar wordt je hartslag, bloedruk en ademhaling gecontroleerd. Je wordt begeleid door een anesthesist en verpleegkundige, die zorgen dat je de procedure comfortabel kan ondergaan. 
• Om de zenuwen op te sporen wordt een echotoestel en/of een zenuwstimulator gebruikt. De zenuwstimulator is een extra veiligheid en stuurt kleine impulsen naar je zenuw. Daardoor kan je kleine tintelingen of bewegingen aan je lidmaat ervaren.
• Door het gebruik van echografie kan de anesthesist erop toezien dat de verdoving op de juiste plaats terechtkomt. 
• Na 15-20 minuten begint de verdoving te werken. Wanneer de anesthesist getest heeft dat de verdoving goed werkt, kan je comfortabel de procedure ondergaan of ontvang je eerst nog een algemene verdoving wanneer dit zo is afgesproken. 
• Soms gebeurt het dat de verdoving onvoldoende werkt. Dit kan verschillende oorzaken hebben. De anesthesist kan dan wat extra verdoving toevoegen of overstappen naar een andere verdovingsvorm, zoals bijvoorbeeld een algemene verdoving.

• Er is altijd iemand van het operatieteam voor jou beschikbaar om je comfort te garanderen en op je vragen te beantwoorden.
• Je mag gerust je smartphone en koptelefoon meebrengen. Sommige patiënten vinden muziek zeer aangenaam en rustgevend tijdens een chirurgische ingreep.

• De verdoving zal nog enkele uren na de procedure nawerken, afhankelijk van het gekozen verdovingsproduct. Je arm kan dus nog slap en tintelend aanvoelen. Wanneer een katheter werd achtergelaten, zal de verdoving blijven werken tot een aantal uur nadat de katheter werd verwijderd. 
• Het is belangrijk om je arm te beschermen zolang de verdoving werkt, eventueel met een draagdoek. Om dezelfde reden vermijd je best aanraking van je arm met warmtebronnen evenals het gebruik van machines of huishoudtoestellen.
• Wanneer de verdoving uitwerkt, komt het normale gevoel geleidelijk terug, eventueel met wat tintelingen.
• Je start best de voorgeschreven pijnstillers vooraleer de blokkade helemaal is uitgewerkt, zodat je comfortabel bent wanneer de verdoving van je arm volledig verdwenen is. 

Komen regelmatig voor:

Blauwe plek of kleine bloeding

Wanneer een bloedvat wordt geraakt, kan een blauwe plek ontstaan. Dit risico is groter wanneer je bloedverdunners neemt. 

Laaghangend ooglid, heesheid of lichte vermindering van de ademhaling 

Het kan zijn dat er bij verdoving in de hals ook andere zenuwen worden mee verdoofd waardoor je ooglid licht kan hangen, je stem hees kan worden of je ademhaling licht kan verminderen. Dit is tijdelijk en verdwijnt vanzelf wanneer de verdoving is uitgewerkt.

Komen zelden voor:

Ontsteking 

Een ontsteking kan onverwacht ontstaan. De plaats van de verdoving ziet rood en voelt warm. Indien nodig wordt dit behandeld met antibiotica.

Allergische reactie

Een allergische reactie op het verdovingsproduct of de ontsmetting is zeldzaam, maar mogelijk. Het is belangrijk dat je gekende allergieën op voorhand meldt aan de anesthesist. 

Komen zeer zelden voor:

Klaplong

Wanneer bij een zenuwblokkade het longvlies per ongeluk wordt aangeprikt, kan een klaplong ontstaan. Afhankelijk van de ernst kan dit behandeld moeten worden met een drain die tussen de longvliezen geplaatst wordt.

Zenuwschade 

Zenuwschade kan optreden na elke chirurgische ingreep, ook zonder locoregionale verdoving. Het kan voorkomen ten gevolge van de operatie zelf, van de positie waarin je tijdens de operatie lag, van het gebruik van een knelband of kan ontstaan als het gevolg van de locoregionale verdoving. Dit risico kan toenemen indien je zenuwen reeds zijn aangetast, zoals bij suikerziekte. Deze schade kan variëren van een plaatselijk lichte verandering in gevoel tot tintelingen of het ontstaan van spontane pijn in een bepaalde zone. Zelden kan spierzwakte optreden in één of meerdere spieren. Deze schade is meestal van voorbijgaande aard. Slechts bij 1 op 10.000 patiënten is deze schade na 6 maanden nog steeds aanwezig.

Toxische reactie

Mogelijks kan er een bloedvat aangeprikt worden waardoor een kleine hoeveelheid lokale verdoving rechtstreeks in de bloedbaan terechtkomt. Je ervaart dan een metaalachtige smaak in de mond en een gevoelloosheid van mond en tong. In uitermate zeldzame gevallen evolueert dit naar onrust en beven, verwardheid en soms bewusteloosheid met hartritmestoornissen tot hartstilstand. Een tegengif om dit te behandelen is ten alle tijden in het ziekenhuis beschikbaar.

Wanneer je het ziekenhuis mag verlaten alvorens de locoregionale verdoving is uitgewerkt, vragen we je op het volgende te letten:

• Bescherm je arm zolang de verdoving werkt. 
• Wanneer je ernstige pijn ervaart die niet weggaat met pijnstillers of andere verontrustende symptomen ondervindt, dien je specifieke medische hulp te zoeken. Ook als de verdoving niet uitgewerkt is na 48 uur dien je contact op te nemen met de anesthesist.