Urodynamisch onderzoek

• Soms vraagt de arts om de inname van bepaalde geneesmiddelen die invloed hebben op de blaas enkele dagen voor het onderzoek te stoppen.
• Het onderzoek moet uitgesteld worden als je een blaasontsteking hebt met pijn tijdens het plassen of als je ongesteld bent.
• Meld je voor het onderzoek met een volle blaas op het afgesproken uur aan op het centrum urologie.

• Het onderzoek wordt uitgevoerd door een verpleegkundige en een arts en duurt ongeveer een uur.

Voorbereiding

• De verpleegkundige brengt je naar de onderzoekskamer en vraagt je om je onderkledij uit te trekken. Je bovenkledij mag je aanhouden. Hou hiermee rekening bij de keuze van je kledij. 

• Voor het onderzoek mag je eerst nog de blaas ledigen.
• Vervolgens ga je met opgetrokken, gespreide benen op de onderzoekstafel liggen.
• De uitwendige geslachtsdelen worden gedesinfecteerd.
• We brengen een fijne sonde in de blaas en één in de anus. De sondes zijn uitgerust met druksensoren die de druk in de blaas, de plasbuis en de buik meten. Het inbrengen van de sondes is niet pijnlijk maar kan wel vervelend aanvoelen. Soms plakken we op de billen rondom de anus elektroden die dienen om de activiteit van de bekkenbodemspieren te meten.

• Het onderzoek gebeurt in principe in een zittende houding.
• Via de blaassonde vullen we de blaas langzaam met steriel water. Tijdens het vullen meet de apparatuur de druk in je blaas. Tegelijkertijd meten we, via de sonde in de anus, de druk in je buik. De plakelektrodes registreren de elektrische activiteit van de bekkenbodem.
• Zodra je de eerste aandrang voelt om te plassen, moet je dit aangeven. 
• Tijdens het onderzoek vragen wij je een aantal keer te hoesten. Dit is vooral van belang bij patiënten met ongewild urineverlies (incontinentie). 
• Verlies je urine tijdens het onderzoek, dan hoef je je niet te schamen. Het onderzoek is net hierop gericht. 
• Het vullen van de blaas gaat door tot je aangeeft dat de sterke aandrang tot plassen niet te houden is. Vervolgens vragen we je te plassen, vaak langs de sonde in je blaas. 
• Aanvullend voeren we ook steeds een cystoscopie (blaasonderzoek) uit. 

• De arts en verpleegkundige bespreken het resultaat van het onderzoek onmiddellijk met jou en stellen een geschikte behandeling voor. 
• De arts geeft je preventief een antibioticum mee om een urinaire infectie als gevolg van het onderzoek te vermijden.
• Drink veel na het onderzoek zodat je de blaas flink kan spoelen. 
• Na het onderzoek kan je direct naar huis. Je mag zelf met de wagen rijden of met het openbaar vervoer reizen. 

Na het onderzoek kan je last krijgen van een pijnlijk en branderig gevoel tijdens en na het plassen. Waarschijnlijk moet je vaker plassen dan normaal omdat de plasbuis geïrriteerd kan zijn door de sondes. Het is mogelijk dat deze klachten één of meerdere dagen duren. Je hoeft je daar niet ongerust over te maken. Soms komt er na het onderzoek wat bloed door de plasbuis naar buiten. 

Neem contact op met de behandelend arts of huisarts als de klachten aanhouden, als je veel pijn krijgt of als je hoge koorts krijgt. 

Heb je bijkomende vragen (zowel voor als na het onderzoek) of treden er problemen op, dan zijn wij samen met je huisarts steeds bereid je hiermee te helpen.