Bij een myocardperfusie-scintigrafie onderzoeken we de doorbloeding van de hartspier, zowel in rust als tijdens ontspanning. Dat gebeurt met behulp van een licht radioactieve stof. Een afwijking in de doorbloeding van de hartspier kan wijzen op een vernauwing van de kransslagaders.
Algemene informatie over de planning van je onderzoek, wat je meebrengt, waar je je moet aanmelden en wat er bij ontslag gebeurt vind je terug in de rubriek ‘plan je consultatie’.
Een aantal medicijnen hebben invloed op de uitwerking van het onderzoek. Je behandelende arts vertelt je of je voor het onderzoek tijdelijk bepaalde medicijnen moet stoppen. Hou je stipt aan deze instructies! Wanneer je thuis vragen hebt over het gebruik van medicijnen voor het onderzoek, neem je best contact op met je behandelend arts.
Gelieve ons vooraf te verwittigen indien je (mogelijk) zwanger bent of borstvoeding geeft.
Het onderzoek bestaat uit twee delen, die op twee verschillende dagen ingepland staan.
Deel 1: het stressonderzoek
Op het bovenlichaam kleven we elektroden om tijdens het onderzoek een elektrocardiogram (hartfilmpje) te kunnen opnemen.
We dienen door middel van een injectie in een bloedvat in je arm het vaatverwijdend middel toe.
Enkele minuten later spuiten we een licht radioactieve stof in.
We respecteren een wachttijd van 15 minuten zodat dat middel voldoende in de hartspier opgenomen wordt.
Tijdens de scan lig je op je rug op de onderzoekstafel. Een camera draait langzaam rond je borstkas.
Het maken van de beelden duurt ongeveer 20 minuten.
Het is belangrijk om zo stil mogelijk te blijven liggen.
Deel 2: het rustonderzoek
Via een injectie in een bloedvat in je arm krijgt je opnieuw een kleine hoeveelheid radioactieve stof toegediend.
We respecteren een wachttijd van 15 minuten zodat dat middel voldoende in de hartspier opgenomen wordt.
Tijdens de scan lig je op je rug op de onderzoekstafel. Een camera draait langzaam rond je borstkas.
Het maken van de beelden duurt ongeveer 20 minuten.
Indien je niet in het ziekenhuis bent opgenomen, kan je nadien je normale bezigheden hervatten.
Van het onderzoek maken we een verslag op. Dit verslag sturen we samen met de beelden naar je behandelende arts, die je het onderzoeksresultaat meedeelt bij een volgend bezoek.