Eenmaal op de kamer, komt de verpleegkundige bij je langs om de apparatuur aan te koppelen.
Ben je allergisch aan kleefstoffen, meld dit zeker aan de verpleegkundige!
De activiteit van het centraal zenuwstelsel wordt gemeten met meerdere elektroden. De hersenactiviteit (EEG: elektro-encefalogram) wordt geregistreerd met elektroden die op de hoofdhuid gekleefd worden.
De hersengolven
De hersenen zenden voortdurend zwakke elektrische signalen uit. Met behulp van de computer kunnen we die versterken en zichtbaar maken met een curve. Die signalen vormen een elektro-encefalogram of EEG.
Aan de hand van kleine verschillen in die curve kan de arts bepalen hoe diep je slaapt. De hersenwerking is immers erg verschillend naarmate je wakker bent, slaapt of droomt. Om die hersenactiviteit te kunnen meten, bevestigt de verpleegkundige zes elektroden (in de vorm van een klever) op de hoofdhuid. De elektroden zijn eenvoudig te verwijderen. Naast de elektroden in het haar komt er nog één achter beide oren en één op het voorhoofd.
De oogbewegingen
We bevestigen ook elektroden bij je ooghoeken om de oogbewegingen te registreren. Op die manier kunnen we afleiden of je al dan niet droomt in je slaap. Tijdens het dromen bewegen de ogen zeer snel en dat wordt duidelijk weergegeven op het computerscherm.
De kinspierspanning
Twee elektroden, bevestigd met kleefband op de kin, meten de kinspierspanning. Ze geven de spanning of ontspanning van de kinspieren weer. Naarmate je dieper slaapt, zal de spierspanning ter hoogte van de kinspier afnemen. Dat zal helpen het stadium van je slaap te bepalen.
De beenspierspanning
Rusteloze beenbewegingen tijdens de nacht kunnen de oorzaak zijn van een slechte nachtrust. Om dat na te gaan, brengen wij een sensor met behulp van een elastiek aan rond de kuit.
De hartfrequentie
Elektroden op de borst meten en registeren je hartfrequentie en hartritme.
De ademhaling
We brengen twee spanningsmeters aan rond de buik en borst die eruit zien als twee elastieken banden.
Door ze goed aan te sluiten kunnen we elke beweging bij het in- en uitademen bekijken. Als je ‘s nachts een korte periode stopt met ademen, merkt de arts dat aan de platte lijn in plaats van de normale golvende curve op de computer. Dat is een belangrijk meetpunt.
De positiemeter
Sommige mensen snurken alleen als ze op de rug liggen. Om de slaaphouding na te gaan, is er een sensor bevestigd op de elastische band rond de borst. Zo zien we perfect of je op je rug of zij slaapt.
De microfoon
Als snurken je nachtrust verstoort, kunnen wij dat in het laboratorium vaststellen. Hiervoor kleeft de verpleegkundige een microotje op de borst.
Het zuurstofgehalte
Rond je vingertop maken wij een sensorlampje vast dat rood oplicht wanneer het in werking is. Dat dient om het zuurstofgehalte in je bloed te meten. Het zuurstofgehalte kan dalen, wanneer je ‘s nachts korte adempauzes vertoont.
De luchtstroming
Juist onder de neus, ter hoogte van de bovenlip, komen twee draadjes. Die thermistor meet de afkoeling of verwarming van de lucht die in en uit de neus en mond stroomt bij het ademen. Zo registreren we een eventuele ademstop tijdens de slaap.
Als alle meetpunten aangebracht zijn, verbinden we die één voor één met een contactdoos. Die is op zijn beurt verbonden met de computer in een aangrenzende kamer waar we onopvallend je slaappatroon kunnen observeren. De verpleegkundige voert nog een kleine controletest uit waarbij je enkele bewegingen moet uitvoeren om de registratie te testen.