Klachten van AC-luxatie zijn lokale drukpijn, hoogstand van het sleutelbeen en het ‘pianotoetsteken’: als met een vinger op het sleutelbeen wordt gedrukt, gaat deze omlaag, maar als de vinger weer wordt weggehaald, springt het sleutelbeen terug omhoog. Hetzelfde met de bovenarm. Als de arm gesteund wordt naar boven, verdwijnt de trapstand en die komt terug tevoorschijn als de arm losgelaten wordt.
Een AC-luxatie ontstaat meestal door een rechtstreeks trauma op de schouder (bv. een val schuin achteraan op de schouder met de arm langs de zijde). Men onderscheidt een zestal types van luxaties, volgens de ernst van de letsels:
Meestal kan een AC-luxatie conservatief, dus zonder operatie, behandeld worden: een draagdoek of een sling gedurende enkele weken volstaat voor de meeste type 1, 2 en soms ook type 3 luxaties, indien in dit laatste geval de patiënt heel low-demanding is.
Sommige type 3 luxaties, en de meeste type 4,5 en 6 luxaties worden operatief behandeld.
Deel op