Enkelbandreconstructie

Eenmaal op de kamer gebeuren nog een aantal zaken: 

• De verpleegkundige stelt enkele vragen over jouw medische toestand: 
  • Heb je last van allergieën? 
  • Welke thuismedicatie neem je? 
  • Had je reeds vroegere operaties? 
  • Werden er onderzoeken uitgevoerd door de huisarts? Geef dan de resultaten aan de verpleegkundige.  
  • … 
• Je trekt een operatieschort aan en verwijdert tandprothesen, contactlenzen, haarelastiekjes, juwelen, nagellak of kunstnagels.
• We zetten het voeteneinde van je bed omhoog. Na de operatie is het heel belangrijk voor de zwelling en de pijn dat je voldoende rust met het been in hoogstand. 

Verdoving

Je krijgt een infuus in de arm.  
De verdoving bestaat uit twee delen:  

• Lokale zenuwblokkade. Hierbij verdoven we je been/voet tijdelijk en/of maken we die bewegingsloos door verdovende vloeistof rond de zenuw in te brengen. Deze verdoving zorgt ervoor dat er vanaf die plaats geen informatie meer wordt doorgegeven zoals gevoel, positie, temperatuur en beweging. Daardoor begint je been te tintelen en warm aan te voelen. Deze prik is in de kniekuil of de enkel en gebeurt door één van onze anesthesisten. Een verpleegkundige helpt hierbij. Om zo nauwkeurig mogelijk te werken, maken we gebruik van een echotoestel. Deze verdoving duurt 3 tot 24 uur en is bedoeld om de pijn kort na de operatie op te vangen.  
• De verdoving tijdens de operatie kan ofwel een volledige verdoving zijn, ofwel een ruggeprik. Met een ruggenprik worden beide benen verdoofd vanaf de buik. Indien je dit wil, kan je iets bijkrijgen waarvan je rustig en slaperig wordt. 

Ingreep

• De ingreep zelf duurt ongeveer een uur.  
• Is er een reconstructie nodig? Dan maken we een insnede dicht bij de knie om een stevige pees (gracilis pees) te nemen om zo een nieuwe gewrichtsband rond de enkel te maken. De weggenomen pees helpt om de knie te plooien. Aangezien nog veel andere spieren en pezen dezelfde functie hebben, nemen die de functie heel snel over.
• De chirurg maakt de enkel open op de plaats van de beschadigde gewrichtsbanden. Tijdens de ingreep kijkt de arts na hoeveel gewrichtsbanden er beschadigd zijn en moeten worden vervangen. Daarnaast kijken we na of we andere enkelproblemen moeten aanpakken.
• Op de normale aanhechtingsplaats van de gewrichtsbanden maken we bottunnels. De weggenomen pees wordt gedeeltelijk in de tunnels ingebracht en daar vastgemaakt met een schroef of een klein gekanteld plaatje. Dit laat toe om de normale anatomische situatie van de gewrichtsbanden zo goed als mogelijk te herstellen. De bedoeling van de operatie is om op die manier ook de normale functie van de gewrichtsbanden te herstellen.
• Deze ingreep kunnen we vergelijken met een reconstructie van de voorste kruisband in de knie. Het voordeel van deze ingreep is dat de meestal sterk beschadigde weefsels worden vervangen door heel stevige gewrichtsbanden. 

Bij een operatie is er altijd kans dat iets niet loopt zoals gepland of gehoopt.  

• De meest voorkomende problemen bij voetoperaties zijn wondproblemen. Dit komt veel vaker voor bij mensen die roken. Een rookstop is dus zeker aan te raden. 
• Pijn en zwelling zijn normaal na de ingreep. Dit beperk je sterk door het been zoveel mogelijk in hoogstand te houden in de beginfase en de raadgevingen te volgen. 
• Klontervorming in het been of de longen is mogelijk. Daarom schrijven we meestal spuitjes voor. Deze werken als bloedverdunners. Daarnaast is het goed om het been in hoogstand te houden en indien mogelijk regelmatig eens de tenen en knie te bewegen. 
• Vertraagd herstel. Het genezingsproces na een ingreep is variabel. Het komt dan ook voor dat sommige mensen veel meer tijd nodig hebben om te herstellen. Het is dan ook belangrijk om hiermee rekening te houden en de nodige tijd te nemen en te voorzien. 
• Een terugval van pijn en ontsteking. Als het goed gaat, word je soms wat overmoedig. Dan bestaat het risico om te overbelasten en hierdoor een kleine of grote terugval te hebben.